Relax-weekend
Een paar dagen geleden is de broer van de hoofd beveiliging op kantoor, Mohammed, plotseling overleden. Conform gebruik bracht het hele kantoor een bezoek aan zijn huis om hem te condoleren – de vrouwen s’middags en de mannen s’avonds. Onderweg in de auto werd ik kort gebriefd door een collega over wat ik moest zeggen – een nogal ingewikkelde zin die ik maar met moeite kon onthouden… Eenmaal aangekomen in zijn buurt (genaamd het ‘palestina kamp’ gezien de vele vluchtelingen daar) waren er in de steeg naast zijn huis twee rijen van stoelen geplaatst, ongeveer 25 meter lang. Mohammed en zijn familie zaten aan het begin van de rij en ontvingen alle gasten. Ik was zenuwachtig, nog nooit lag de druk zo hoog om het ‘goed’ te doen, en de ‘briefing’ onderweg had geleid tot meer vragen dan antwoorden. Wat was die zin ook alweer, moet ik Mohammed wel of niet zoenen (wat alle collega’s wel deden) – toch maar wel gedaan, tegen alle familieleden wat zeggen, wie is familie en wie zijn gasten? Dankzij een strategische positie als laatste in de rij van collega’s is het geloof ik wel min of meer goed gekomen. Vervolgens plaatsgenomen ergens in de rij, koffie atten (fout van mijn kant: ik bedankte voor de koffie, regel is smoel houden), en 6 minuten later weer wegwezen. Onderweg terug naar huis zat de stemming er weer goed in. Hoewel het bezoek aan Mohammed hoogstens 8 minuten duurde, heeft het hele uitje ons wel twee uur gekost vanwege het verkeer..
Dit weekend lekker gerelaxed – met wat vrienden ‘uitgeweest’ en narghiele (waterpijp) gerookt in cafe’tjes. Ook flink wasjes gedraaid thuis, gelukkig heb ik een wasmachine want van de wasserette komen ze vaak smeriger terug dan toen je ze heenbracht (maar wel netjes opgevouwen). Komende week heb ik een paar dagen vrij genomen en vlieg maandagnacht naar Jemen voor een paar dagen. Koninginnedag op de ambassade, qat-sessies, en weekendtripje staat op de planning. Op de terugweg nog anderhalve dag transit in Dubai bij Koks, mooi midweekje-weg dus!
Pasen in Syrie
Pasen in Syrie
Afgelopen weekend ben ik verhuisd naar een appartement in Shahlan, op 200 meter van kantoor af. Aanvankelijk wilde ik in de christelijke wijk van de oude stad wonen, maar het bleek wel redelijk onmogelijk te zijn om iets te vinden daar. Deze buurt is ook wel prima, nogal de hippe en dure buurt van Damascus. Voornaamste is dat ik verlost ben van mijn oude kamer. Daarnaast ontwijk ik nu ook de dagelijkse files en het gruwelijke verkeer (soms een non-stop bijna-dood ervaring).
De groep duitsers is ook al teruggekeerd naar huis. Onderaan nog wat foto’s van het ‘afscheidsdiner’ in een restaurant bij de Souq Al-Hamadiyyeh, opgeleukt door wat traditionele muzikale acts. Naast een mooie trommel-act en een soort levende draaitol, was er ook een zanger met sjiek glimmend blauw jasje die eerder leek op een Tom Jones impersonage op een cruiseship.
Wegens pasen had ik afgelopen weekend vier dagen vrij. Een goede mogelijkheid om te verhuizen en verder wat arabisch te studeren. (Overigens, aangezien Syrie nog niet geheel bekend is met het fenomeen “copyright”, kan ik hier vele arabische studieboeken kopen voor een mooie prijs, o.a een kopie van een peperduur boek van Cambridge, netjes gekopieerd en ingebonden).
Ook heb ik op paaszondag de kerk bezocht, samen met een local vriend “John”. Ik zou niet weten wanneer ik voor het laatst in een kerk ben geweest, dan is het wel erg bizar om uitgerekend op paaszondag in Syrie in een kerk te zitten… Mannen keurig in pak, en vrouwen vaak alsof ze rechtsstreeks uit een nachtclub waren komen wandelen. Na de dienst was er een soort van muzikaal optreden van ‘de kerkjeugd’. Na afloop ging ik samen John en de shabab (jongeren) iets drinken en waterpijp roken. Van John moest ik vervolgens een bezoekje brengen aan zijn familie, die de viering thuis ging vervolgen. Daar zat ik, met voornamelijk het mannelijk gedeelte van zijn familie, in de huiskamer en kreeg een flinke borrel araq (een soort ouzo) voorgeschoteld. Goede oefening voor mijn arabisch, zeker gezien het engels van John voorlopig beperkt blijft tot “It’s good?” en “It’s not good?”.
Impressies Damascus + Palmyra
Even een snelle update: nog op zoek naar een appartement in de oude stad, dit blijkt nogal moeilijk te zijn…
Foto’s zijn o.a van de Omayyad moskee in Damascus en eentje van sprookjesverteller in een cafe (een of ander vaag verhaal waar geen touw aan vast te knopen was, maar wel leuk om een beetje te luisteren al rokend aan een waterpijp).
Eerste week Damascus
Mijn eerste paar dagen in Syrie zijn allemaal goed bevallen. Reis goed verlopen, na aankomst op Damascus International Airport midden in de nacht verwelkomd door een slapende en kwijlende douane ambtenaar in zijn paspoort-controle-hok. Helaas was de sfeer, verzorgd door militairen in strak-gestreken outfit, niet dusdanig uitnodigend of tolerant dat ik het lef had om dit kodak-moment vast te leggen.
Ik heb een kamer in het christelijke deel van de oude stad bij een arabische familie. Vooralsnog prima, maar ben al op zoek naar appartement in de buurt waar ik meer privacy heb, geen hordes schreeuwende kinderen in het hofje rondrennen, en ik geen rochelende arabische buurman als wekmuziek heb. Daarnaast heeft de badkamer met een plafond van 1,60m al voor een aardige hoofdwond gezorgd. De wijk waarin ik zit is echter briljant: vlakbij de souq-al Hamadiyeh (mooiste souq van Damascus, Syrie, Midden-Oosten?) en vol met restaurantjes, kroegjes en andere winkeltjes.
Opvallend hier is de harmonieuze samenleving van christenen en moslims. Het zijn allemaal arabieren (mijn gastgezin is katholiek), alleen is hun religie niet aan het uiterlijk af te zien (hoewel een hoofddoek vaak veel verraadt). Ongeveer 10% van de bevolking hier is christen, en de christelijke wijk is bezaaid met mooie oude kerken en maria-beeldjes op straathoeken. Moskeen en kerken zijn hier volledig intact en niet besmeurd met discriminerende teksten, opgeblazen of in brand gestoken. Bijkomend voordeel van christelijke aanwezigheid zijn de vele kroegen en de heineken biertjes in de fruitzaak om de hoek. Ben dus niet alleen afhankelijk van koninginnedag op de ambassade als bron van alcohol!
Ik loop hier stage bij de United Nations Population Fund, waar ik kort samengevat het volgende ga doen: er zijn hier in totaal 9 UN organisaties, waarvan 3 a 4 iets met ontwikkelingshulp doen. Uit het verleden behaalde resultaten tonen aan dat dit ongecoordineerd en vaak dubbel gaat, dus wordt er nu een plan geschreven hoe dit voor de volgende assistentie-cyclus (2007-2011) beter kan. Ik zal mijzelf hierbij belasten met het “monitoring & evaluation framework”, maar hoe dat precies eruit gaat zien weet niemand. Kortom, meer info volgt.
Afgelopen weekend (hier op vr en za) een tripje gemaakt naar Crac des Chevaliers, een oude kruisvaardersburcht ongeveer 2 uur ten noorden van Damascus (zie fotos). Dit samen ondernomen met een grote groep duitsers die hier voor 1 maand arabisch studeren. Veel aparte figuren (met als toppers: ‘de gestapo-jas’ en ‘Otto’ – de geflipte buschauffeur uit de simpsons) maar wel gezellig; ik zal kijken of ik deze op de gevoelige plaat kan vastleggen. Zaterdag ook een kort tripje naar Malulla, een klein dorpje in de bergen waar nog aramees wordt gesproken. Na terugkomst in Damascus was er een hevige modder-regen (combinatie zandstorm, regen, stof) waardoor het hier een grote puinzooi werd. Zie ook ‘oranje’ lucht op fotos!
souq al Hamadiyeh
Crac des Chevaliers (kruisvaardersburcht)
biertje op de burcht
Azem paleis in Damascus
Malullaook Malulla, let op Maria beeld rechtsboven en vele kerken
dubieuze lucht…
Veldonderzoek Rode Zee – Khokha
qat-markt
qat kauwen met vissers tijdens interviews
op zeer hygienische wijze worden de vissen schoongemaakt op het strand
mijn vervoersmiddel in Khokha: motortaxi
Tijdens mijn laatste weekend in Jemen wilde ik wel nog wat zien en een kamelentrip stond nog op het lijstje. Beginpunt was Zabid met als doel de rode zee, ongeveer 40 km. Met zijn vieren vertrokken wij s’ochtends vroeg om 6.00 om door allerlei verschillende soorten landschappen te lopen: woestijn, palmbomenvelden, landbouw en vuilnishopen (dit alleen in het begin).
Erg leuk, ook al is het niet de meest comfortabele manier van vervoer. S’avonds sliepen we in een klein dorpje onderweg in the middle of nowhere, waar de mensen nog nooit westerlingen hebben gezien. Het hele dorp was uitgerukt om ons de gehele avond aan te staren als een stel beesten in een dierentuin. Het eerste wat ik de volgende ochtend ook zag toen ik wakker werd om zes uur was een groepje kleine kinderen op 2 meter afstand die ons weer muisstil zaten aan te gapen.
De volgende dag was een lange tocht door de woestijn naar de rode zee, waar wij snel nog even een duik namen in het water. Even genieten van het lekkere weer, in Sana’a wordt het steeds kouder en begint het ook al te regenen.. S’avonds een dodenrit in de taxi terug voor mijn laatste week Sana’a.
na afloop uitrusten bij Kees thuis
Gallas
Laatste week Sana’a druk met dingen afronden en laatste qat en shisha sessies om afscheid te nemen van mensen. Alle resultaten zijn binnen, in NL kan ik de komende 2 maanden aan de slag met het schrijven van mijn AV. Heel raar idee dat alles klaar is nu..
Hier nog laatste foto-impressies
werkplek ambassade
shisha roken met chris, vriendin chris, sean penn
Forgotten paradise – Socotra Island
Forgotten paradise – Socotra Island
Een absolute must in Jemen is het eiland Socotra voor de kust van Somalie. Dit eiland is lange tijd compleet geisoleerd geweest van de rest van Afrika en het arabisch schiereiland, wat o.a. te merken is aan de biodiversiteit. In de ‘galapagos eilanden van de indische oceaan’ vind je flora en fauna die je nergens anders ter wereld tegenkomt. Met arabisch kom je ook niet ver, hier spreken ze socotraans (geen touw aan vast te knopen).
Met slechts 700 toeristen per jaar is het nog niet echt een hotspot, maar oa UNDP is wel ermee begonnen om hier iets aan te doen, voornamelijk dmv ecotoerisme projecten, wegenbouw, uitbreiden van voorzieningen enz.
Samen met mijn huisgenoot Chris, Willemijn (mede-stagiaire) en haar huisgenoot Keisha zijn wij voor 4 dagen naar dit eiland afgereisd. Het is opvallend hoe slecht de voorzieningen hier zijn: slechts twee (zeer) eenvoudige hotels, 1 keer per week import van groente/fruit, zeer slechte wegen (bijna niets verhard) enz enz.. Na aankomst op het kleinste vliegveld wat ik ooit heb gezien hebben we een jeep met gids gehuurd die ons 3 dagen lang het eiland zou laten zien. Onderweg kwamen we nog een verdwaalde chinees tegen genaamd Xian Pan, die wat reisgenoten zocht. Hier hadden we geen probleem mee, was een prima vent en hij kreeg voor het gemak gelijk de naam Sean Penn.
De eerste dag zijn we naar het strand gegaan: spierwitte stranden, glashelder water, nog mooier dan uit het boekje! Verder niemand gezien, de stranden waren COMPLEET leeg, geen plastic, flessen of andere rotzooi op het strand. Hier komt helemaal niemand.
De volgende dag zijn we de bergen ingegaan; hier gekampeerd onder de sterrenhemel. Het eiland deed me echt aan Jurassic Park denken: unieke biodiversiteit, niemand die er komt, complete isolatie (als je hier je been breekt heb je een probleem), en een beetje met een jeep (liggend op het dak) door het landschap toeren. Vanwege de extreem slechte wegen doe je ongeveer 3 uur over een stuk van 30 km.
De derde dag zijn we weer naar een ander strand gegaan (Dihamri) – dit was nog indrukwekkender dan het eerste. Zonder overdrijven het mooiste strand wat ik ooit gezien heb, dit is het paradijs! Het plan was om ook hier op het strand te kamperen maar wegens een flinke regenbui zijn we toen toch maar teruggekeerd naar de hoofdstad Hadibu om in een hotel te overnachten.
De volgende ochtend zijn we weer teruggevlogen naar Sana’a. Op het vliegveld van Socotra was er nog even commotie: de vlucht waar wij op zouden zitten was “vol”. Dat krijg je met handgeschreven tickets… Na enig doorzeuren en een arabisch kwartiertje mochten we alsnog aan boord van het half-lege toestel..
Socotra is ongetwijfeld het mooiste wat ik van Jemen gezien heb, dit overtrof alle verwachtingen. De 4 dagen weg uit Sana’a waren prima om even het ramadhan/eid seizoen te vluchten, daarnaast kan je toch niets regelen in deze periode.
Vrijdag 11 nov ga ik naar de rode zee (Khokha) voor een week om wederom een onderzoek naar de visserij-sector daar. Plan is om mbv tolk en wat andere locals een stuk of 60 vissers te interviewen. Het weekend daarop (17/18 nov) wil ik met wat vrienden een kamelentrip door de woestijn maken met overnachting. Waarschijnlijk zal dat ergens in de buurt van Khokha/Zabid gebeuren, als het allemaal lukt om iets te vinden/regelen daar. Terugvlucht staat gepland voor 22 nov, maar misschien wordt dat nog met een paar dagen uitgesteld. Waarschijnlijk is die planning toch iets te krap…
De hoofdstraat in Hadibu
Ons hotel “Al Jazeera”
Restaurant in Hadibu, tevens ook enige restaurant..
Kamperen
Dragon blood tree
Desert rose tree
Hier en daar stonden nog een aantal tanks, achtergelaten door de russen. Na ‘inspectie’ bleken er zelfs nog missiles en andere munitie in te zitten…
Mooiste strand wat ik ooit heb gezien – Dihamri
Kilometerslange prive stranden
Lekke band. De band die er nu opgezet wordt is de ‘nieuwe’. Let vooral op het profiel
Twee uurtjes later. Dezelfde band, nummer 3 van de dag
‘Zwembad’ in de bergen met uitzicht
Boattrip
Einde v/d reis; voor Socotra Airport (gebouwtje met landingsstrip). Op de foto Keisha, Sean Penn, Willemijn, ik, gids Ahmed, Chris
Taiz
Taiz
Het was weer hoogste tijd voor een tripje, dus ging ik laatst een weekend met Chris (huisgenoot) en Assam (mijn local vriend die bij het taalinstituut werkt) Taiz bekijken, een stad ten zuiden van Sana’a. De tocht van ongeveer 350 km door bergen en woestijn was zeer indrukwekkend, o.a door Jibla (zeer oude dorpje, oudste moskee van Jemen). Taiz zelf viel helaas wel tegen; een erg drukke stad, schreeuwende mensen en toeterende auto’s totdat je er gek van wordt. De Ramadhan draagt hier ook wel aan bij: het vasten zorgt voor levensgevaarlijk verkeer met als hoogtepunt het laatste half uur voor zonsondergang, waarbij iedereen als een idioot eten zit in te kopen en met 100 km/h door de stad rijdt om op tijd thuis te zijn.
Het bijzondere aan Taiz vond ik niet de stad zelf maar eerder de unieke ligging en omgeving. Hoogtepunt van het weekend was wel de qat- en shisha-sessie vanaf een soort betonnen platform (cafe’tje) in de bergen. Hier hebben we dus ook uren gedrogeerd genoten van het mooiste uitzicht van de stad…
Aden
Aden
Vorige week ben ik samen met een aantal collega’s naar Aden gegaan voor een lang weekend. Aden was vroeger een britse kolonie (tot 1967) , vervolgens hoofdstad van het communistische zuid-jemen tot 1990. Daardoor is het eigenlijk een heel vreemde combinatie van arabische, britse en communistische invloeden. Mooie, oude koloniale gebouwen van de britten staan naast oost-blok-achtige flatgebouwen.
Van het verleden is er weinig overgebleven: de vroeger zeer belangrijke haven is nu deprimerend leeg. Dit heeft te maken met de Al-Qaeda aanslag op de USS Cole in 2000, maar (nog erger) ook met een recente overname van de haven door Dubai Port om te voorkomen dat Aden ooit een concurrent zou kunnen worden. Schijnt dat een aantal belangrijke jemenieten hier goed hun zakken hebben gevuld met deze deal, die eigenlijk de ondergang inluidt van de haven, en dus ook een van de weinige kansen voor ontwikkeling hier…
Het weer was een stuk beter dan Sana’a, zo rond de 35 graden (in Sana’a begint het inmiddels aardig koud te worden). Voornamelijk dus op het strand gezeten van ons hotelresort en gezwommen…
Qat-kauwers in de stad
Onderweg nog een koelbox verloren van het dak…
Mahweet
fieldtrip hadramawt
Een paar dagen later dan gepland kon ik alsnog meereizen met een amerikaanse Arcadis consultant naar Ataq. Hoofddoel van mijn reis was Shihr, een dorp ten oosten van Mukalla waar ik mijn onderzoek naar visserijen zou doen. Vanuit Ataq zou ik doorreizen naar de kust, waar ik samen met 2 andere locale consultants zou kijken naar visserij projecten, vervolgens door naar Shihr waar ik 1 week zou zitten. In Ataq was het wachten tot de auto naar de kust zou vertrekken.. Drie dagen heb ik hier gezeten, een vreselijke stad midden in de woestijn. Er was niets te doen of te zien en erg heet. Ik heb dus voornamelijk binnen gezeten in het Arcadis guesthouse, waar ik logeerde. Bovendien een erg gevaarlijke stad/regio: mijn amerikaanse reisgenoot is er al een keer neergeschoten, zijn chauffeur is vermoord toen iemand hun auto wilde jatten, en je moet dus altijd met escorte de straat op.
Askari (bewaking) onderweg naar Ataq
Guesthouse van Arcadis in Ataq, waar ik logeerde
Ataq, “Er is hier geen kloot te doen” volgens Arcadis baas daar
BIR ALI / MUKALLA
S’ochtends vroeg vertrok ik samen met de 2 consultants (Farouq en Lina), chauffeur en askari (bewaking) richting de kust om een aantal vissersdorpen te bekijken. Farouq, ingehuurd door Arcadis, is een oud-minister (oid) van Fisheries, een erg goede vent, mooie humor. Bovendien is hij een van de eerste jemenieten die ik tegenkom die to-the-point is, snel, scherp en efficient omgaat met tijd. In die dorpen gingen we kijken wat de voornaamste problemen zijn voor die vissers, dit zijn er erg veel… Regio Bir Ali is erg arm, de wegen en voorzieningen zijn dramatisch slecht. Aangezien er daar ook geen overnachtingsmogelijkheid was, laat staan eten, zijn we doorgegaan naar Mukalla, een grote havenstad.
Vissersdorpje Galaa
Veilinghal (voor vis) in Bir Ali
Mukalla
Vis gehaald op de markt van Mukalla, toen gegeten in ‘beste visrestaurant van de wereld’
Paleis van de sultan in Mukalla
Strand in Shihr, (vlnr chauf, askari, Farouq, ik, Lina)
SHIHR
De volgende dag ben ik afgezet in Shihr, waar Farouq ook nog een aantal dingen wilde bekijken (en het geloof ik ook niet aandurfde om mij op een taxi te zetten) – erg aardig!
Shihr is een vissersdorp ten oosten van Mukalla, meer dan 800 jaar oud. Vroeger was dit een van de belangrijkste havensteden op de gehele arabische peninsula, hier is echter weinig meer van overgebleven. Er staan nog wel wat vervallen paleizen, forten en restanten van een stadsmuur. Hoewel er dus wel een aantal dingen te zien zijn hier, komt er geen enkele toerist. Een aantal mensen in het dorp hadden zelfs nog nooit westerlingen in het echt gezien, en waren redelijk onder de indruk van mijn ‘geel’ haar.
Hier trof ik s’avonds mijn ‘contactpersoon’, iemand waar ik via via aan ben gekomen. Hij is docent engels op de school in Shihr, en zou o.a een tolk voor mij zoeken. Mijn tolk was een student engels aan de universiteit van Mukalla, alleen was zijn engels iets minder dan ik had gehoopt. Nog erger was zijn organisatietalent, luiheid, kunst om altijd te laat te komen, en zijn onvermogen om mee te denken. Kortom, erg vermoeiend om met hem samen te werken..
Helaas liggen de tolken daar niet voor het oprapen, dus ik moest er maar het beste van maken. Mijn tolk is ook erg gelovig, en probeerde mij constant over te halen om mij te bekeren tot de islam. Als ik dan een kritisch vraag stelde, kwam er niet meer uit dan: “Our Prophet says so” of “My english is not good enough to explain”.
Mijn vragenlijsten voor vissers waren erg gedetailleerd, en de responssnelheid van vissers had ik wellicht overschat. Hierdoor duurde het wel 45-60 min voor 1 vragenlijst, dus heb ik 10 locals (studenten) ingehuurd om mij hierbij te helpen. Na een chaotische ‘training’ (uitlegsessie) vooraf (zie foto), gingen ze aan de slag. Iedere dag ging ik kijken hoe die interviews gingen, hoe die vissers te werk gingen en ben zelfs ook nog mee gaan varen met een bootje.
Om Shihr (wat je na 2 dagen wel gezien hebt) een dagje te ontsnappen, ben ik ook nog een dag gaan duiken in Mukalla, erg mooi! Zelfs een rog gezien van bijna 2 meter!
30 september was ik jarig. Aangezien het een vrijdag was, waren alle winkels dicht, en zat iedereen in de moskee. S’avonds heb ik mij nog wel vermaakt met wat mensen die ik daar heb leren kennen tijdens een goede shisha sessie. Het concept ‘verjaardag’ vonden ze maar stom, maar hier worden ook geen geboortes geregistreerd. Als je daarom ook aan iemand zijn leeftijd vraagt, krijg je als antwoord “22, 23, of 24, weet ik veel”..
Na een weeklang iedereen achter zijn broek aan gezeten te hebben (voornamelijk tolk) waren alle vragenlijsten ingevuld. Het werk was klaar, ik kon weg. Mijn laatste avond vierde ik met mijn nieuwe vrienden in een restaurant, en werd uiteraard afgesloten met een langdurig islam-college. De volgende ochtend, net voor mijn vertrek, zat ik nog een half uur vast op het politieburo van Shihr. Wie ben je, wat doe je hier, waar ga je naartoe? Na een telefoontje en fax van de ambassade mocht ik weg, mijn roadpass (papiertje die je nodig hebt om de talloze checkpoints onderweg door te mogen) was binnen, en ik kon de taxi instappen.
De ‘training’ van mijn interviewers verliep niet vlekkeloos. We hadden om 16.00 afgesproken, om 16.30 kwamen de eersten aankakken. Om 17.15 waren we compleet, maar toen waren de eersten ook al weg om te gaan bidden..
“lookje” gepakt voor 40 eurocent
onder oud fort (nu school) en vervallen paleis sultan (nog eentje)
Shisha sessie op verjaardag
SAYUN
Aan het einde van mijn reis wilde ik nog wel via Sayun terugkeren naar Sana’a om de toerist uit te hangen voor 3 dagen. Ik ben toch in de buurt, en zoveel kansen krijg je niet om daar naartoe te gaan.
De rit tussen Shihr en Sayun was erg mooi, schitterende woestijn, mooie dorpen, ook erg grote villa’s. De mensen uit deze provincie (Hadramout) staan ook bekend als echte zakenmensen; heel veel wonen in het buitenland, verdienen een vermogen en laten vervolgens in hun thuisprovincie een paleis bouwen. Zo komt de rijkste man van Jemen uit dit gebied, en ook de familie Bin Laden (iets om trots op te zijn hier..)
Sayun is bloedheet, hier heb ik 3 nachten geslapen en vanuit hier ook de steden Shibam en Tarim bezocht. Shibam bestaat al sinds AD 300, is een hoogtepunt van iedere Jemen-reis en staat ook bekend als het “Manhattan van het Midden-Oosten”. Uit pure fascinatie heb ik een hele dag hier rondgelopen en kwam o.a een duitse loodgieter (!!) tegen. Hij is hier bezig met een rioleringsproject, en gaf mij ook nog een rondleiding van het dorp. Later in de middag ging ik nog even naar ‘het’ uitzichtspunt, hier kan je de mooiste fotos maken van Shibam.
Tarim, ook een dorp dichtbij Sayun, bezocht ik de volgende dag. Hier staan ook erg veel villa’s van rijke handelslui, ook veel in complete verval. Die dag is ook de Ramadhan begonnen, wat dus inhoudt dat er nauwelijks meer gewerkt wordt, restaurants zijn overdag dicht en alles gaat (nog) trager dan normaal. De hele dag was er niets te eten, en moest ik dus gedwongen meevasten tot de eerste restaurants om 21.00 open gingen… Water had ik natuurlijk wel, dat zit je dan ergens stiekem op te drinken..
Ik heb toen de bus teruggepakt (taxi’s hadden, gezien Ramadhan, weinig zin om 600 km te rijden) naar Sana’a.
De 2 weken waren briljant, onderzoek is ondanks alles wel goed gegaan, veel gezien van het land en erg veel arabisch geoefend. Na aankomst in Sana’a kon ik gelijk door naar de maandelijkse ambassadestaf-borrel met bier en borrelhappen – een mooier ontvangst is er niet!
Taxi van Shihr naar Sayun – niet kapot te krijgen die Peu’tjes!
Vrouwen op platteland in Hadramout (altijd puntmutsen op)
Nog een paleis van de oude sultan (deze is wel de mooiste) in Sayun
Manhattan van Midden-Oosten, Shibam
Vervallen villa in Tarim